Voordat de deelnemers definitief kunnen deelnemen aan de opleiding vindt een intake plaats tussen de trainer en de deelnemers. Hierin worden de wensen en verwachtingen besproken, maar ook de instroomeisen gecheckt. De instroomeisen voor de opleiding zijn:

  • Minimaal HBO werk- en denkniveau, aantoonbaar door opleiding en/of ervaring.
  • Aantoonbare kennis en ervaring met de crisisbeheersing en rampenbestrijding minimaal blijkend uit:
  • Het kunnen overzien van de gemeentelijke crisisorganisatie en haar partners bij opschaling.
  • Kennis van het multidisciplinaire veld.
  • Kennis van de verantwoordelijkheden van de gemeente en hoe die zich verhouden tot de verantwoordelijkheden van de partners.
  • Aantoonbaar ‘operationeel gevoel’: kunnen verwoorden wat zich afspeelt in een (opgeschaalde) incidentsituatie, welke hulpverleningsprocessen opgestart kunnen worden, welke dilemma’s je kunt tegenkomen bij een incident, hoe de samenwerking binnen en tussen de kolommen verloopt etc.
  • Ervaring met leidinggeven/coördineren in de context van een crisis (effectief functioneren onder druk).
  • Aantoonbaar leidinggevende / coördinerende ervaring op tactisch- en strategisch niveau.

De volgende competenties worden als aanwezig verondersteld:

  • stressbestendigheid;
  • flexibiliteit;
  • integriteit.

Het is aan de opdrachtgever om dit in gezamenlijkheid met de potentiële deelnemers te bepalen. Bij aanvang van de opleiding wordt verondersteld dat aan de instroomeisen is voldaan.

Wanneer niet kan worden voldaan aan de instroomeisen wordt samen met de deelnemer en de opdrachtgever gekeken welke activiteiten er gevolgd dienen te worden voorafgaand aan de opleiding.